Er zijn, naast de auto, verschillende soorten van gemotoriseerd vervoer mogelijk:

• Motorrijden is soms toch mogelijk als je een laesie hebt. Je moet je handicap wel verplicht melden bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Het CBR zal beoordelen of je weer veilig de weg op kunt en zo ja, aan welke voorwaarden je motor moet voldoen. Kijk hier voor informatie over motorrijden met een lichamelijke beperking.
• Als lopen lastig is, kan een scootmobiel een goede manier zijn om je te verplaatsen in je eigen woonomgeving. Je hebt er geen rijbewijs voor nodig. Een scootmobiel kan worden vergoed op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning.
• Een pendel is voor rolstoelgebruikers een alternatief voor de brommer. Je rijdt met je rolstoel in de pendel, dus je hoeft niet over te stappen. Een pendel heeft een maximale snelheid van 25 kilometer per uur.
• Een gehandicaptenauto is een elektrisch voertuig dat lijkt op een kleine auto. Hij mag maximaal 1.10 meter breed zijn en maximaal 45 kilometer per uur rijden. Je hebt er geen rijbewijs voor nodig. De meest bekende gehandicaptenauto is de Canta. Voor rolstoelgebruikers kan de Shuttle handig zijn. Je rijdt daar met je rolstoel in en het voertuig is helemaal handbediend. Een gehandicaptenauto kan (deels) worden vergoed vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning.
• Een brommobiel lijkt op een gehandicaptenauto, maar wordt door de verkeerswet beschouwd als bromfiets met gesloten carrosserie. Je hebt daarom wel een rijbewijs AM nodig.