Overactieve blaas
Een overactieve blaas (ook wel reflexblaas genoemd) komt meestal voor bij een dwarslaesie ter hoogte van T11 of hoger
- De communicatie tussen het reflexcentrum in het ruggenmerg en de blaas is intact.
- Het gevoel dat de blaas vol is wordt niet meer doorgegeven aan de hersenen en de mogelijkheid om willekeurig te starten en te stoppen met plassen is niet meer aanwezig.
- Het is mogelijk dat de blaas zichzelf automatisch of spontaan leegt als hij vol is.
Een blaas die zich automatisch leegt door een reflex, leegt zichzelf niet helemaal, er blijft een restant urine achter. Artsen spreken dan over een residu. Dat komt omdat de sfincter (sluitspier) niet helemaal ontspant.
De druk in dit type blaas kan veel te hoog oplopen. Daardoor kan er nierschade ontstaan.
Slappe blaas
Een slappe blaas komt meestal voor bij een dwarslaesie onder L1.
- De communicatie tussen het reflexcentrum in het ruggenmerg en de blaas is verstoord.
- Je ervaart waarschijnlijk geen “vol” blaasgevoel en de blaas zal zich verder vullen.
- De blaas leegt zich niet spontaan en een volle blaas gaat waarschijnlijk lekken bij overbelasting.
Omdat de blaas niet meer samentrekt, vult hij zich makkelijk en bij hoesten en inspanning treedt lekkage op. Bij een slappe blaas moet de urine opgevangen worden of moet een methode worden gevonden om de blaas te legen voordat hij te vol wordt.
Gemixte blaas
Een gemixte blaas voor als de dwarslaesie zit op een zodanige hoogte dat een deel van het reflexcentrum is beschadigd.
De verschijnselen zijn zeer wisselend, zo kun je bijvoorbeeld wel voelen dat de blaas vol is, maar je kunt hem niet zelf legen.
Elke schade op T12 of een schade die slechts een deel van het ruggenmerg aantast (incomplete dwarslaesie) heeft invloed op het deel van het ruggenmerg daaronder, waar het reflexcentrum zit. Er kan een wisselend beeld ontstaan.