Autorijden is vaak niet het eerste dat in je opkomt als je net een dwarslaesie hebt. Maar het geeft je veel vrijheid om te gaan waar jij wilt.
Er zijn veel aanpassingen mogelijk, een automaat kan omgebouwd worden om met de hand gas te geven en te remmen. Misschien kun je zelf de rolstoel in en uit de auto tillen en anders kan dit met een liftje. Er zijn ook aangepaste auto’s waarbij je geen lastige transfers hoeft te maken. De knipperlichten kun je zelfs met je hoofd bedienen als het moet!
Speciale autoaanpasbedrijven kunnen je meer vertellen. Het CBR moet beoordelen of je weer kunt autorijden en met welke aanpassingen je kunt gaan rijden. Een proefrijles in een aangepaste auto is zinvol om je hierop voor te bereiden.
Openbaar vervoer is ook een optie. Bus en trein zijn met wat hulp door een rolstoeler te gebruiken. In Nederland is het openbaar vervoer nog niet optimaal geregeld. Voor de trein moet je je bijvoorbeeld vooraf melden voor hulp en niet alle stadbussen hebben een oprijplaat.
Een alternatief is een collectief vervoerssysteem, een busje dat je kunt bellen als je ergens naartoe wilt.