Als duidelijk is dat aanpassingen in de woning nodig zijn, zal de gemeente komen met een voorstel.
Vaak zal de gemeente eerst nagaan of verhuizen naar een andere koop- of huurwoning een geschikte en goedkopere optie is. Gemeenten hebben vaak afspraken met woningbouworganisaties over een aantal aanpaste huurwoningen, die bestemd zijn voor mensen met een lichamelijke beperking. Is zo’n woning beschikbaar, dan zal deze vaak als eerste optie worden aangeboden. Als je op dit aanbod ingaat, kan de gemeente een verhuiskostenvergoeding toekennen. Deze dekt in de praktijk bij lange na niet de werkelijke kosten van verhuizen en herinrichten. Je kunt de gemeente om een hoger bedrag vragen als je kunt laten zien dat het bedrag niet toereikend is. Wanneer de nieuwe woning toch nog verder aangepast moet worden, moet de gemeente in principe ook die woningaanpassing vergoeden.
Een aangeboden woning mag je alleen weigeren als je kunt motiveren waarom de woning niet voldoet aan de eisen die bij jouw situatie passen. Een motivatie kan bijvoorbeeld zijn dat bij de andere woning geen mantelzorg beschikbaar is, of dat verhuizen naar die woning voor je gezin te veel nadelige gevolgen zou hebben. De motivatie kan ook financieel zijn: als de nieuwe woning hogere woonlasten met zich meebrengt en je dat niet kunt betalen.
Als een geschikte aangepaste woning niet of niet tijdig beschikbaar is, is de gemeente verplicht om een verbouwing van de huidige of een andere woning te vergoeden.
Ook bij woningaanpassing zijn voor de gemeente de kosten doorgaans leidend: gezocht wordt naar de ‘goedkoopste compenserende’ oplossing. Bepaalde zaken worden daarbij gezien als ‘algemeen gebruikelijk’ en om die reden niet vergoed. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als je thermokranen aanvraagt. Ook kan de gemeente oordelen dat bepaalde aanpassingen niet noodzakelijk zijn. Dan wordt er bijvoorbeeld van uitgegaan dat je niet in een bepaald deel van je huis hoeft te zijn, of niet in je achtertuin en dat daarom aanpassing van de achterdeur niet vergoed hoeft te worden. Of als je een aanbouw wilt laten maken, kan de conclusie zijn dat dat niet nodig is omdat het inpandig kan worden opgelost. Het is in zulke gevallen altijd goed om in gesprek te gaan. Wanneer bij bepaalde voorzieningen, zoals deurdrangers of een airco, een onderhoudscontract hoort, is het goed om daarmee ook rekening te houden als je vergoeding van de kosten aanvraagt.
Een woningaanpassing kan op twee manieren worden verstrekt:
- Als naturavoorziening. Dan regelt de gemeente, of als het om een huurwoning gaat de woningcorporatie, het bouwplan en de uitvoering daarvan. Dit betekent dat je er zelf geen omkijken naar hebt, maar ook dat je weinig invloed hebt. In de praktijk is een woningaanpassing in natura niet altijd mogelijk, als de gemeente de verbouwing zou moeten begeleiden. Ze hebben niet altijd mensen in dienst die dat kunnen doen.
- Als persoonsgebonden budget. Hierbij krijg je een bedrag van de gemeente en regel je alles zelf. Dan moet je zelf zorgen dat het allemaal goed verloopt, maar heb je ook meer vrijheid. Je kunt bijvoorbeeld ook in overleg met de gemeente een ander, duurder bouwplan realiseren.
De situatie komt voor dat de huidige woning niet aanpasbaar blijkt te zijn of dat de gemeente aanpassing ervan te duur vindt, én dat er via de gemeente geen geschikte vervangende woonruimte is. Dan zul je zelf een geschikte koop- of huurwoning moeten zoeken. Als je in aanmerking wilt komen voor een huurwoning moet je ingeschreven staan als woningzoekende. De gemeente kan een urgentieverklaring afgeven, waarmee je voorrang krijgt bij toewijzing van een woning.