Het is niet bekend welke medicatie bij neuropathische pijn het beste is. Er zijn verschillende soorten medicijnen beschikbaar:
- Anti-epileptica;
- Anti-depressiva;
- Morfine preparaten;
- Overige medicatie.
Veelal krijg je als eerste een anti-epileptica. Het gaat dan om bijvoorbeeld gabapentine of pregabaline. Wanneer deze medicijnen weinig resultaat hebben of veel bijwerkingen geven, kan ook anti-depressiva of morfine gegeven worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om amitriptyline (anti-depressiva) of om tramadol (morfine). Een behandeling met lamotrigine (anti-epileptica) wordt eventueel ook gegeven. De meeste medicijnen zijn in tabletvorm of capsulevorm. In sommige gevallen kan men pijnstillers toedienen via een pomp in het vloeibare gedeelte dat het ruggenmerg omringt (intrathecale pijnbestrijding). Ook zijn er pijnstillende crèmes.
Of een medicijn effect heeft, kan de patiënt aangeven door vooraf en circa 6 weken ná het gebruik van de medicatie een pijnvragenlijst in te vullen. Veel medicijnen hebben echter bijwerkingen of zijn verslavend. Deze bijwerkingen verschillen per patiënt en per medicatie. Het kan gaan om bijvoorbeeld vermoeidheid, oedeem, duizeligheid, slaperigheid, jeuk, droge mond, constipatie, misselijkheid, toename spasticiteit, moeite met legen van blaas en darm. De patiënt en de arts zullen samen nagaan of bij weinig effect of veel bijwerkingen, de behandeling doorgezet of gestopt moet worden of dat de dosering aangepast moet worden.
Voordelen
- Het is makkelijk te doseren.
- In de meeste gevallen vermindert de medicatie de pijn.
Nadelen
- Het gebruik van medicatie is mogelijk verslavend.
- Veelal zijn er bijwerkingen. Welke bijwerkingen er zijn, verschilt per medicijn.
- Het kan invloed hebben op autorijden.
- Eerst moet er voldoende van de werkzame stof in het lichaam opgebouwd worden (spiegels) voordat het werkt.
- Het effect is vaak tijdelijk.
- Soms gaat het om veel medicijnen per dag.
- Sommige medicatie is relatief duur.
- Niet iedere patiënt heeft er baat bij.