Als je een laesie hebt, is het verstandig om te bevallen in het ziekenhuis, onder begeleiding van een gynaecoloog die je situatie kent. De gynaecoloog zal vooraf inschatten of een natuurlijke wijze van bevallen haalbaar is. Dit heeft de voorkeur, omdat na een keizersnede de buikspieren zeker zes weken moeten worden ontzien. Dat is extra lastig als je lichamelijke beperkingen hebt. Toch zijn er soms argumenten om te kiezen voor keizersnede. Bijvoorbeeld als bij een hoge dwarslaesie de buik- en baarmoederspieren niet sterk genoeg zijn om de persweeën op te vangen en de kans op autonome dysregulatie verhoogd is.
Bij een natuurlijke bevalling is normaal gesproken niet te voorspellen wanneer die begint. Vrouwen met een dwarslaesie vóelen dat vaak ook niet zo, omdat ze weeën niet of minder waarnemen. Daarom moet tegen het einde van de zwangerschap goed worden gecontroleerd of de bevalling aanstaande of zelfs al begonnen is.
Vaak zal de gynaecoloog voorstellen om de bevalling kort voor de uitgerekende datum in te leiden, zodat hij of zij er zelf bij kan zijn. Het inleiden van een bevalling kan tot heftiger weeën leiden, maar vrouwen met een dwarslaesie ervaren dat meestal niet of minder.
Tijdens de bevalling is het zaak dat wordt opgelet of je als vrouw niet te lang in één houding ligt. Dit om decubitus te voorkomen.
Ook na de bevalling is goede medische begeleiding nodig. Zo is het risico op urineweginfecties en trombose verhoogd en kan incontinentie optreden. Bij vrouwen met een dwarslaesie hoger dan T6 is de kans groter dat borstvoeding niet vanzelf op gang komt, door het ontbreken van de toeschietreflex. Deskundig advies - bijvoorbeeld door een lactatiekundige - kan dan soms helpen.
Na de bevalling moet je er als vrouw rekening mee houden dat hersteltijd nodig is. Schakel voldoende hulp in, zodat je aan je rust toekomt.