De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) is op 1 januari 2004 overgegaan in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Sinds die dag krijgt iedereen die ziek is te maken met de WIA.
Alleen als je vóór 1 januari 2004 al een WAO-uitkering kreeg, kom je mogelijk ook nu nog voor een WAO-uitkering in aanmerking. Zolang er niets aan je situatie verandert, blijf je die ontvangen.
In de WIA bestaat een onderscheid tussen werknemers die nog gedeeltelijk kunnen werken en werknemers die nooit meer kunnen werken. In de WAO wordt dit verschil niet gemaakt: daar zijn alleen verschillende arbeidsongeschiktheidsklassen.
Uitgangspunt van de WIA is dat mensen zo veel werken als ze kunnen. Ofwel: het gaat niet om wat je niet meer kan, maar om wat je nog wel kan. De WIA bestaat uit 2 regelingen:
- Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) is een uitkering die je krijgt als je volledig arbeidsongeschikt bent en de kans klein is dat je herstelt. Deze uitkering is minstens 75% van het WIA-maandloon.
- Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) Deze vult je inkomen aan als je gedeeltelijk arbeidsgeschikt bent.
Ben je minder dan 35% arbeidsongeschikt? Dan krijg je geen WIA-uitkering.
Iemand met een gedeeltelijke WAO-uitkering kon ook WW krijgen. In de WIA krijgt iemand alleen WIA. Ben je minimaal 35% arbeidsongeschikt, dan neemt de WIA ook het werkloosheidsdeel voor zijn rekening. Als al snel duidelijk is dat je nooit meer kunt werken, kun je meteen een WIA-uitkering aanvragen. Voor een WAO-uitkering moest iemand eerst 2 jaar ziek zijn.
Lees meer bij UWV:zoek op “WIA” of “WAO”.