Mannen en vrouwen die met elkaar vrijen en geen kinderen willen, moeten anticonceptiemaatregelen nemen. Dat geldt ook voor mannen met een dwarslaesie die vruchtbaar zijn en ejaculeren. Omdat de meeste mannen met een dwarslaesie niet vruchtbaar zijn en ook niet ejaculeren, zal anticonceptie bij hen vaak geen rol spelen. Maar voor vrijwel alle vrouwen met een dwarslaesie is het wél noodzakelijk om maatregelen te treffen.
Zoals bij iedereen speelt ook bij mensen met een dwarslaesie persoonlijke voorkeur bij de keuze van anticonceptiemiddel een grote rol. Maar als je een dwarslaesie hebt, zijn ook enkele praktische en medische overwegingen nodig. Bijvoorbeeld: is één of zijn beide partners gehandicapt, in welke mate en in hoeverre is de handfunctie aangetast? Is er iemand die je wil helpen en wil jij dat ook? Veel is dus afhankelijk van de individuele mogelijkheden en persoonlijke voorkeuren van jezelf en degene met wie je vrijt. Misschien helpen onze opmerkingen hieronder om een keus te maken.
Meer informatie: www.anticonceptie.nl
Het condoom
Als de erectie tijdens de gemeenschap minder wordt, is de kans groot dat de man het condoom verliest. Dan is er geen enkele bescherming meer. Als de vrouw een dwarslaesie heeft, kan de man zonder problemen een condoom gebruiken. Maar heeft de vrouw een katheter in, dan moet de man oppassen dat hij het condoom niet kapot schuurt tegen de katheter. Gebruik condooms altijd in combinatie met zaaddodende middelen (pasta of schuim). Heeft de vrouw een slechte handfunctie en wil ze schuimtabletten gebruiken? Dan moet de partner of een verzorg(st)er helpen bij het inbrengen van de schuimtabletten.
De pil
Vrouwen met een dwarslaesie hebben door gebrek aan beweging een grotere kans op trombose.
Een vrouw met een dwarslaesie kan niets merken van de eerste tekenen van een trombose: pijn in het onder- of dijbeen. Ook het rood worden en de zwelling van het been kunnen haar ontgaan. Maar de kans dat dat gebeurt, is klein. Het hoort immers bij de dagelijkse verzorging om die delen waar je geen gevoel hebt, te inspecteren op drukplekken en andere onregelmatigheden. De tromboseverdenkingen tegen de pil zijn nooit in onderzoeken aangetoond en bovendien zijn de risico’s die je bij een zwangerschap loopt waarschijnlijk groter.
De prikpil
Met de prikpil regel je de anticonceptie met een injectie eens in de 10 of 12 weken. Dat heeft zekere voordelen. Je hoeft niet meer te denken aan, of te vragen om, de dagelijkse pil. En als je de prikpil een half jaar hebt gebruikt, menstrueer je niet meer. Veel vrouwen met een handicap ervaren dat als erg prettig, omdat de menstruatiehygiëne vaak een grote belasting vormt en hiermee dus vervalt. Het eerste half jaar is meestal sprake van meer en onregelmatig bloedverlies. Als je met de prikpil stopt, kan de menstruatie lang uitblijven.
Het spiraal
Heb je gevoel in de baarmoeder Dan kan een spiraal acceptabel zijn. Maar het spiraal is niet helemaal zonder risico’s. Vooral als het niet op de juiste manier is ingebracht, kan het infecties in de baarmoeder veroorzaken, of de baarmoederwand doorboren en in de buikholte infecties veroorzaken. Een vrouw zonder gevoel in de baarmoeder (vaak het geval bij een dwarslaesie boven T6) merkt niet als er iets mis is met het spiraal. Dat kan tot gevaarlijk zijn. Maandelijks moet via plastic draadjes die aan het spiraal vastzitten, worden gecontroleerd of het spiraal nog op zijn plaats zit. Vrouwen met een slechte handfunctie hebben hulp nodig bij deze controle. Zij hebben ook hulp nodig bij het inbrengen van het zaaddodende middel, dat het eerste half jaar samen met het spiraal gebruikt moet worden.
De baarmoederring (het pessarium)
Het pessarium of de baarmoederring is met gebruik van een zaaddodende pasta of schuim een redelijk betrouwbaar anticonceptiemiddel. Er zijn instrumenten die het makkelijker maken om zo’n ring in te brengen, vooral een ring die een veer als rand heeft. De ring moet je steeds voor het vrijen opnieuw inbrengen en mag je pas acht uur na de gemeenschap verwijderen. Het hangt van je handfunctie af of je bij het inbrengen en het verwijderen hulp nodig hebt. Je partner kan eventueel leren om de ring in te brengen en te voelen of deze goed zit. Bij blaastrainen (kloppen en drukken op de blaas om deze te ledigen) moet je oppassen dat de ring niet wegglijdt. Als je vaak blaasinfecties hebt, kun je beter geen ring gebruiken om extra kans op infectie te voorkomen.
Het vrouwencondoom
Het vrouwencondoom wordt in de vagina geplaatst en heeft een opening waar de penis in kan. Een voordeel van het vrouwencondoom is dat zelf controle hebt over het voorkomen van zwangerschap en soa’s. Het vrouwencondoom is vooral geschikt voor vrouwen die weinig seks hebben en geen ander voorbehoedsmiddel gebruiken en die met iemand naar bed gaan die geen condoom wil gebruiken.
Sterilisatie
Vrouwen en mannen die geen kinderen (meer) willen, kunnen zich laten steriliseren. Vooral bij mannen is dit een kleine medische ingreep, maar voor beiden is de ingreep onherroepelijk.
NVSH
De NVSH (Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming) geeft enkele folders over anticonceptie uit. Deze kun je telefonisch aanvragen via de infolijn (0900) 9212, waarna je ze gratis krijgt toegestuurd. Deze folders gaan echter niet in op de speciale problemen die je met een dwarslaesie met de verschillende middelen kunt hebben.