Delen
Te klein
Kijk pappa, meneertje. Meneertje heel hard! Hij was nog maar een jaartje of drie (de peuter, pappa was wat ouder) maar hij had het bij het rechte eind. Want als je zoals ik krap anderhalve meter boven het maaiveld uitkomt kan men met recht het verkleinwoord voor meneer gebruiken. En ik ga ook best hard, relatief gezien. In elk geval sneller dan voetgangers mits de situatie dat toelaat. Taalpuristen zullen ‘meneertje heel hard’ waarschijnlijk hoofdschuddend lezen. ‘Je gaat snel, niet hard. Stenen zijn hard, lawaai is luid!’. Zeggen ze dan (want ik ken er een paar). Maar hee! Het ventje is drie, laat hem met rust beterweter! Ik ga trouwens ook best luid als ik daar zin in heb.
Kleine jongetjes en meisjes hebben veel met ons rollers gemeen. Kleine volwassen trouwens ook. Wij zien de wereld vanuit ons kikkerperspectief. Daarom zijn wij ook zonder uitzondering als de dood voor ooievaars. We kunnen heus wel van alles, maar niet overal bij helaas. Dus het vervangen van een lamp, het aanbrengen van zonnepanelen of het soppen van uw plafond kunt u niet aan ons overlaten. Wij zijn eenvoudigweg te klein.
En na wat er vanmiddag met mij gebeurde kunnen we het pakken van een potje slagroom (geen spuitbus, ik ben niet lui) uit de supermarktkoeling aan dit lijstje toevoegen. Ik deed een dappere poging, kon er net……niet bij en het potje room tuimelde op z’n kop via mijn kop naar beneden. De supermarktmedewerker die was opgetrommeld door een andere klant moest het heel even in zich opnemen. Man in rolstoel, letterlijk van top tot teen bedekt met een laagje witte room. Dat ga je niet redden met een velletje keukenpapier. Je zag haar twijfelen ‘wat ga ik doen, TikTok of Instagram?’ Maar ik was té sneu blijkbaar want de smartphone bleef in haar achterzak.
Nee, het leven van ons kleine mensjes gaat niet altijd over rozen.
Al vindt u ons nóg zo schattig.