Delen
Niet spuwen!
Er zijn mensen die blijkbaar de onbedwingbare neiging hebben op straat te spugen. En dan bedoel ik niet overgeven of braken. Ik heb het over mensen die op onsmakelijke wijze speeksel vanuit de mond op het plaveisel deponeren. Rochelen zou je ook kunnen zeggen, maar daar wordt het alleen nóg viezer van vind ik. En je hoort er denkbeeldig het geluid ook meteen bij. Spuwen heet het officieel, geloof ik.
Sommige mensen doen dat te pas en te onpas. Tegen die mensen zou ik willen zeggen: ‘Zeg sommig mens, hou daar-es mee op joh, vieslap, smeerpeuk!’ Want los van het feit dat het spuwen op zich er al best onsmakelijk uitziet, blijft dat spuw (als ‘spuwen’ het correcte woord is, zal het product ervan wel spuw heten) best wel een tijdje liggen. Midden op het trottoir, waar ik er even later doorheen rol met één van mijn banden. Een ander loopt er misschien ook doorheen met zijn of haar schoenen, maar de meeste mensen grijpen niet na iedere stap hun schoenzool even vast. Ik doe dat dus wel. Althans, mijn band.
Dus als ik in de lunchpauze - na mijn boterhammetje naar binnen te hebben gemoffeld - mijn banaan ga uitlaten vind ik het op z’n zachtst gezegd onprettig om met andermans spuw aan mijn vingers terug te komen. En dan weet ik nog geeneens of het misschien coronaspuw was, want dat kan ook nog-es een keer! En om nou na elke banaanuitlaatsessie de GGD te gaan zitten bellen lijkt me ook niet de bedoeling. Ik weet sowieso niet of je andermans spuw kan laten testen.
Dus meneer Rutte, als er nog een persco komt: spuwverbod graag! Ik ben ook razend benieuwd wat Irma daar van bakt.
BURUGO
(Uit het boek ‘Burugo, vrolijke verhalen uit het leven van een rolstoelgebruiker’)